Overwegende “de broosheid en de zwakheid des menschenlevens, en de sekerheyd des Doods; dag, tijd en ure daarvan onbekend” maakt Angenis Hooft, 55 jaar oud haar testament op in 1733.
Daarin bepaalt zij dat haar inboedel en vastgoedbezittingen in Den Haag en Amsterdam na haar overlijden verkocht moeten worden en dat de opbrengst gedurende twintig jaar vast moet staan om rente op te brengen. Gedurende die periode zou de nalatenschap vermeerderen, waarna op een geschikt kavel in Den Haag grond moet worden aangekocht voor de vestiging van een hofje van acht huisjes met zestien woningen.
Lees hier over de voorouders van Angenis Hooft
Jan Luytjesz Boeyshooft uit Schagen gaat in 1615 als kistenmaker naar Amsterdam. Hij trouwt daar op 26 jarige leeftijd. Hij gebruikt in de loop van de tijd steeds meer de achternaam Hooft. Hij komt als koopman tot grote welstand. Zo wordt in 1620 bij P.C. Hooft (de slotvoogd) de akte gepasseerd voor de koop voor drie erven met “getimmerte” genaamd de Roos en de Lelie, aan de Noordzijde van de Leliegracht.
Kleinzoon Lucas wordt gedoopt in de Oude Kerk in Amsterdam. Hij gaat rechten studeren in Utrecht en wordt advocaat van het Hof van Holland in Den Haag. Hij trouwt in 1667 in de Grote Kerk in Den Haag met Cornelia Verburgh, dochter van een klerk bij de Raad van State en kleindochter van de Haagsche burgemeester Stalpaert van der Wielen. Zij gaan op de Brouwersgracht wonen naast brouwerij het Claverblat. Jan de Baen schildert in 1668 het portret ( in de regentenkamer). Hun jongste dochter Angenis wordt geboren op 23 januari 1678. Zij wordt de stichtster van dit hofje.
Minder dan een jaar na het opmaken van het testament overlijdt Angenis in Den Haag. In haar testament heeft zij ook bepaald dat de executeurs ervan een graf moeten kopen in het koor van de Grote Kerk. Het graf moet eerst geruimd en schoongemaakt worden. Zij wil dat haar moeder en grootmoeder, die al eerder in de Grote Kerk zijn begraven, in haar graf worden bijgezet. Op het graf moet een behoorlijke zerk komen en deze moet worden afgezet met witte tegeltjes. Verder wil ze ’s avonds begraven worden, zoals dat in haar kringen gebruikelijk was. Ook bepaalt zij dat voorin de begrafenisstoet een wapenbord moet worden gedragen om dit daarna in de kerk op te hangen. Ruim 60 jaar later, in de Franse tijd, moest het wapenbord uit de kerk worden verwijderd. Het is toen door regent Becker gered en overgebracht naar haar hofje. Sinds 2011 hangt het wapenbord weer in de Grote Kerk.
Lees verder over het wapenbord (.doc-bestand)
In dit jaar wordt de eerste van de 16 woningen betrokken. Deze zijn bestemd voor bejaarde vrijsters of weduwen, die de Gereformeerde Religie belijden. De bewoners hoefden geen huur te betalen, kregen 5 tonnen turf per jaar en 8 à 10 stuivers per week, zolang er voldoende middelen beschikbaar waren uit de nalatenschap. In de nalatenschap van Angenis zit nogal wat vastgoed zoals rechten op Het huis De Roos aan de Leliegracht (tegenwoordig huisnummer 28), het pakhuis Gottenburg aan de Droogbak (Haarlemmerdijk) en landerijen in Rijswijk. Angenis heeft twee executeurs aangesteld, één in Amsterdam en één in Den Haag. Bepaald is dat iedere executeur of regent zijn eigen opvolger benoemt per notariële acte. Het is duidelijk dat Angenis wil dat de regenten zich onafhankelijk van elkaar kunnen opstellen. Zo zijn er oorspronkelijk ook 2 regentenkamers aangelegd, een voor de Haagse en een voor de Amsterdamse regent.
In het tweede kwart van de twintigste eeuw vertoont het hofje nogal wat bouwvalligheid. B&W van Den Haag besluiten onder meer in verband daarmee tot het afvoeren van het hofje van de Rijksmonumentenlijst om sloop en nieuwbouw mogelijk te maken. De toenmalige regenten steunen dat besluit, ook al omdat zij het complex geen monumentale status waardig achten.
Hiertegen komt krachtig verzet van de Directeur van het Rijksbureau voor de Monumentenzorg, dr. Jan Kalf. Mede dankzij zijn inzet kan een goed gesubsidieerde restauratie worden uitgevoerd in 1936 waarvoor door architect Bart van Heyningen wordt getekend en die in 1937 wordt opgeleverd.
Vanaf 1 april 1952, na de invoering van de AOW, gaan de regenten ertoe over om een lage gebruikersvergoeding te vragen voor de hofjeswoningen. Nu zijn gas en elektriciteit voor rekening van de bewoners. Het gebruik van water is nog steeds vrij.
In de huidige tijd blijft de behoefte aan kleine en veilige woningen voor alleenstaande vrouwen in de binnenstad onverminderd bestaan. De regenten willen nog steeds de voorkeur geven aan bewoonsters bij wie niet alles meezit in het leven en voor wie wonen in het Hooftshofje een welkome oplossing biedt.
Vanaf 2012 is een grondige renovatie van het dak uitgevoerd waarbij ook dakisolatie is aangebracht. Hierdoor is instandhouding van het gebouw voor de komende jaren zeker gesteld en is bovendien het wooncomfort voor de bewoners verbeterd.
Ontwerp, website en fotografie: Studio Eyal & Myrthe